Niels van na de operatie

In een rijtjeshuis in Apeldoorn zit een knul al een uur lang in zijn kamer wezenloos voor zich uit te staren. Dan wordt hij gebeld. Het is zijn beste vriend. Met een zucht neemt hij op.

Vier weken eerder
“U zou de eerste zijn, in Nederland althans, bij wie we deze nieuwe procedure zouden uitvoeren, maar u moet weten dat er al opmerkelijk goede resultaten mee zijn behaald. Het is een gecompliceerde ingreep, maar zeker goed haalbaar.” 
Hij ziet hoe Dokter Schoppenbrouwer hem en zijn vrouw aankijkt. Zijn wenkbrauwen komen boven zijn bril uit en hij tikt zachtjes met zijn pen op zijn lederen bureaublad.
“Ik vind het best.”, zegt Niels met een zucht. Hij probeert rechtop te zitten, maar gevoelsmatig hangt hij erbij als een bedorven perzik in een fruitnetje.
“Niels! Je kunt hier niet zo licht over denken. Heb je niet gehoord wat ze gaan doen? Een gat in je schedel boren, met een glasvezel in je hersens en daar een lichtje schijnen!” 
“Dat klopt niet helemaal, mevrouw Leenders, er komt inderdaad een glasvezel in het zorgvuldig uitgekozen hersengebied, verbonden met een vernuftig apparaatje bestaande uit een computerchip en een kleine accu. Via de glasvezel kunnen we bepaalde elektrische impulsen geven die het hersengebied chronisch doen oplichten. U moet het niet letterlijk als lampje zien.”
“En dat kastje, dat bouwen jullie in, achter zijn sleutelbeen.”, vult zijn vrouw, nog steeds helemaal niet op haar gemak, aan.
“Ja, het is gebleken dat het daar prima past. Heel vernuftig allemaal.”

“Hoe kon je nu ja zeggen?”
Hij kijkt haar niet aan. Hij houdt niet van deze auto, van dit weer, van dit stuk snelweg. Van het feit dat zijn vrouw rijdt en hij nutteloos op de bijrijdersstoel zit. Het is allemaal zo lelijk, zo eindeloos onzinnig. Heel eerlijk gezegd had hij al het besluit genomen om zijn leven te beëindigen. Dat weet zij niet.
Toen hij bij zijn zoveelste bezoek aan de huisarts zijn kaarten op tafel legde, werd hem gevraagd nog even geduld te hebben. De dokter had iets gelezen en wilde er werk van maken. 
Hij is zijn miezerige leven zat. Zijn enige contact met de buitenwereld is via Social Media. De ellendige opmerkingen van een oneindige stoet domme medelanders maakt het er allemaal niet beter op. 
Hij is één van die mensen bij wie een zware depressie onaangekondigd het leven voor altijd op zijn kop zet. Van een getalenteerde softwareontwikkelaar tot een nutteloze bankzitter. Zonder aanleiding, zonder waarschuwing vooraf. Een ongenode gast met wie je samen de afgrond in valt. Alles heeft hij al geprobeerd. Alleen deze bizarre ingreep geeft hij nog een kans. Daarna is het klaar. 
“Dit is het laatste wat ik probeer. Werkt dit niet, dan ga ik.”
Hij ziet haar slikken. Ze zet de radio harder en hij ziet haar hand even naar haar gezicht gaan. 

Vandaag wordt hij geopereerd. Hij hoopt dat het fout gaat. Hij fantaseert hoe hij op de operatietafel ligt en de chirurg, terwijl hij uiterst voorzichtig in zijn hersens aan het boren is, een voor hem fatale niesaanval krijgt.

“Goedemorgen meneer Leenders, hoort u mij?”
Verdomme, hij heeft het overleefd. Geen verschil te merken. Behalve een lichte hoofdpijn. De zuster wacht tot hij antwoord geeft.
“Ik hoor je.”
“Goed zo, wordt maar rustig wakker, de dokter komt zo bij u.” 
Hij kijkt om zich heen. Hij ligt alleen op een kleine kamer zonder ramen. De beige muren zijn ooit wit geweest. Hij hoopt niet dat Teun en Marieke langskomen, hij zou het niet aankunnen.

“Meneer Leenders, alles is goed gegaan.”, zegt de dokter terwijl hij de deur achter zich sluit.
“Nou…”
“Zullen we het apparaatje dan maar eens gaan inschakelen?”
O, het ding staat nog niet aan?
Hij ziet dat de dokter een mobiele telefoon uit zijn borstzak haalt.
“Ik bedien het kastje via een app, hierop kan ik alles regelen. Bent u er klaar voor?”
De dokter houdt zijn vinger vijf centimeter van het scherm. Niels knikt en ziet de vinger het scherm aanraken.
Hij voelt een klein schokje. Holy shit het werkt! Letterlijk alsof er een knop wordt omgezet. De honderd meter diepe put is een uitkijktoren geworden. Hij ademt in, puur omdat hij weet hoe lekker het is om in te ademen. Hij ademt uit in kleine stootjes. Dat is nog lekkerder! 
“Hoe kan dit?”
“Hoe voelt u zich?”
“Fantastisch! Ik voel me fantastisch!”
“Ik ben erg blij dat te horen, meneer Leenders.”
“Zo simpel is het? Stroom in mijn hersens en ik heb mijn leven terug?”
“Ik had u toch gezegd dat er opmerkelijk goede resultaten mee zijn behaald? Maar, luister meneer Leenders, wij gaan elkaar de komende periode nog vaak zien. Ik heb hem nu op default staan, maar het is de bedoeling dat we op zoek gaan naar de juiste intensiteit, de juiste balans. Ik kan een aantal parameters aanpassen via de app. Ik geef u even de tijd om te wennen aan deze instelling en dan zie ik u donderdag om negen uur ’s ochtends weer terug. O, ja. Nog even over de nachten. Wat nog wel heel belangrijk is… Meneer Leenders, luistert u?”



Zijn vrouw zou ’s avonds in het ziekenhuis op bezoek komen. De dokter had ook niet verwacht dat hij zo snel alweer op de been zou zijn. Ja, hij voelt zich echt helemaal prima. Nee, ze hoefden zijn vrouw niet te bellen. Hij heeft een taxi gepakt en kan niet wachten hen thuis te verrassen. Maar niet voordat hij langs de winkels is gegaan. 
De chauffeur stapt uit en pakt even het boeket bloemen aan, zodat Niels de enorme speelgoedolifant uit de wagen kan trekken. Met het boeket onder zijn ene arm en de olifant onder de andere loopt hij naar de voordeur. Hij heeft zijn handen niet meer vrij om aan te bellen, dus bonkt hij een paar keer met zijn hoofd tegen de deur. 
Shit. Voorzichtig zijn natuurlijk. Gaat goed.
“Hey schat! Ik ben alweer thuis!”
“Liefje?”
“Deze zijn voor jou.” Hij kijkt haar aan op een manier die ze meer dan drie jaar heeft moeten missen. Hij ziet hoe ze tranen in haar ogen krijgt, gooit de olifant op de vloer en pakt haar stevig vast. Wat volgt is een onverstaanbare brei van woorden die schokkend uit haar lichaam komen. 

Het monster is amper één dag weg en hij kan zich nu al niet meer voorstellen hoe het was om depressief te zijn. Hij ziet zijn depressieve versie als een enorme loser, hoewel hij heus wel weet dat het zo niet werkt. Hij weet het als geen ander.

De dokter heeft hem nadrukkelijk de opdracht gegeven altijd net voor het slapengaan het apparaat uit te zetten en het pas de volgende ochtend weer in te schakelen. Het staat ook allemaal in de brief die hij vluchtig heeft doorgenomen. Ook bij hem hebben ze de app op zijn telefoon gezet. Een beperkte versie waarbij alleen de aan- en uitknop werkt. Nu ligt hij in bed met zijn mobiel in z’n hand. Hij heeft de film op RTL7 afgekeken, ze hebben nóg een keer seks gehad, hij heeft in bed wat in zijn boek gelezen en nu is het toch echt tijd om te gaan slapen. Hij probeert zijn vinger naar het scherm van zijn mobiel te brengen. Het lukt niet. Waarom aarzelt hij zo? Eerst denkt hij dat hij bang en zwak is en dat hij gewoon maar even flink moet zijn, maar als het na tien minuten nog steeds niet lukt om de uitknop aan te raken, begint hij het toch een beetje vreemd te vinden.
“Marieke?”, fluistert hij.
“Marieke?”, zegt hij iets harder.
“Wat?”
“Wil jij ‘m even uitzetten?”
Demonstratief raakt ze de uitknop aan en rolt zich weer op haar zij.
Daar ligt hij dan, op zijn rug in het donker, wachtend op wat deze nacht komen gaat.

“Het gaat uitstekend dokter.”
“Ik ben blij dat te horen, meneer Leenders. En voor u, mevrouw, het zal voor u ook een wereld van verschil zijn, neem ik aan?”
“Een verschil van dag en nacht.”
“Mooi zo. Heeft u bepaalde bijwerkingen? Denk aan hoofdpijn, problemen met stoelgang, kleine haperingen in de motoriek?”
“Dokter, het gaat echt prima zo. Geen centje pijn.”
“Nou, ik zou daar toch nog wel iets aan toe willen voegen, dokter.”
Hij kijkt zijn vrouw wantrouwig aan. Wat is ze van plan?
“Het is allemaal zo… heftig.”, vervolgt ze. “Het mag allemaal wel een tandje minder.”
Wat gaan we nou krijgen? Hij is van een chagrijnig, wandelend lijk getransformeerd in één brok positiviteit. Wat wil je nog meer?
“Kunt u daar iets meer over zeggen?”
Niels besluit in te breken in de conversatie. “Marieke, dit is toch geweldig? Mijn hopeloze toestand verpestte je leven en moet je me nu zien?”
“Niels, je hebt in twee dagen tijd, zonder te overleggen een persoonlijke lening afgesloten en een nieuwe computer en een rubberboot met buitenboordmotor gekocht. Je hebt Teun een bloedneus bezorgd toen hij mee moest in de rubberboot, jij veel te snel voer en zijn knie tegen zijn hoofd klapte. We hebben zes keer seks gehad, waarvan de laatste drie keer van mij niet zo nodig hoefden. Richard belde dat je onaangekondigd op je oude werk verscheen en doodleuk vroeg wanneer je weer kon beginnen.”
“Ik heb de afgelopen drie jaar mijn leven niet kunnen leiden, wees blij dat ik weer terug ben!” Hij kijkt zijn vrouw intensief aan en ziet vanuit zijn ooghoek dat de dokter iets aan het opschrijven is.
“Niels, je bent niet terug. Je bent dit nooit geweest.”
“De boodschap is helder, mevrouw Leenders. Dank u voor uw eerlijkheid. De stimulering van het hersengebied kan iets te intensief zijn. De klant kan daardoor doorschieten naar de manische kant van de gedragscurve. Gelukkig voorziet deze technologie daarin. Daarvoor zitten we hier vandaag. Ik ga direct een aantal parameters terugschroeven.” 
Rusteloos zit Niels heen en weer te wiebelen op zijn stoel terwijl de dokter zijn mobiel uit zijn vestzak haalt. Waar bemoeien die mensen zich mee. Het is zíj́n gevoel waar het om gaat en het bevalt hem prima.
“Zo, nu zou het beter moeten gaan. Als er complicaties zijn neemt u direct contact met me op, zo niet, dan zie ik u maandag weer.”

Daar zit hij dan weer in de auto met Marieke. Gelaten. Hij voelt zich gelaten. Niet depressief, nee dat niet. Maar toch… wat is ‘gelaten’ nou voor toestand?
“En hoe gaat het met je?”
“Ja, prima hoor.”
“Nou kijken hoe dit gaat, liefje. Vanavond eten we lekker macaroni met kaas.”

“Ik ga even computeren.” Snel loopt hij naar zolder. Hij sluit zijn mobiel aan op de PC en weet precies wat hij gaat doen. Wat zit er allemaal onder de motorkap van die beperkte app op zijn telefoon?
Een uur later is het hem gelukt. Niet alleen heeft hij nu toegang tot de volledige versie van de app, hij heeft ook de aan- en uitknop gemanipuleerd. Het is inmiddels vaste prik dat Marieke voor het slapen gaan het apparaat uitschakelt. Dat kan ze lekker blijven doen zonder dat hij er last van heeft.
Hij zet de parameters terug omhoog en direct voelt hij zich weer goed. Beter. Super. De enige uitdaging is om tegenover Marieke niet te uitbundig over te komen. Hij weet zeker dat hij het kan.

“Niels, waar ben je?”, hoort hij in de verte. Hij is weer naar zolder gegaan. Hij is wakker geworden met een geweldig idee. Hij heeft nooit de guts gehad om tegen die irritante Twitterterroristen in te gaan. Maar reken maar dat hij voor niemand meer bang is. 
Vol verwachting logt hij in. Al snel is het raak. Georgina stipt aan dat het echt niet kan om met een hitterecord van 38 graden varkens te vervoeren naar slachterijen en vraagt zich af waarom er geen vervoersverbod is ingesteld. Sommige reacties liegen er niet om. ‘Mevrouw Verbaan gaat weer lekker de hypocriet uithangen. De boeren hebben het weer gedaan. Ze moesten een vervoersverbod voor dat lelijke wijf maken.’ De volgende doet er nog een schepje bovenop: ‘Nee geen vervoersverbod voor haar, maar gewoon lekker afvoeren, even een middagje laten sudderen in de hitte en dan afslachten’. Niels knakt zijn vingers en begint aan zijn taak iedere domme opmerking van snoeiharde repliek te voorzien.Een uur later heeft hij honderden reacties gegeven, maar het is nog niet genoeg. Not on my watch!
*_YoramZwijgtNiet_* is hem bijgebleven als de irritantste van het stelletje twitterimbicielen. Dat respectloze jong denkt dat hij het recht heeft om zijn domme mening op agressieve wijze de wereld in te slingeren. Tijd om *_YoramZwijgtNiet_* een toontje lager te laten zingen.  

“Zullen we even gaan kijken bij de scooter?”
Het was vrij makkelijk om Yoram op te sporen. Hij vond Yorams Facebookaccount waar hij een scooter te koop heeft staan. Niels belde hem op en is direct het hele eind naar het boerendorpje in Gelderland gereden. Het is een knul van een jaar of vijfentwintig die nog bij zijn ouders op de boerderij woont. Hij loopt achter Yoram aan naar de grote schuur. Hij voelt zich met elke stap die hij zet groeien. Dit is pas leven.
“Hé, Yoram!”
Ze zijn de donkere schuur ingelopen. Yoram draait zich verbaasd om en Niels haalt geweldig uit, vol op zijn kaak. Hij ziet het jong naar achter wankelen en plant zijn vuist nog een keer in zijn gezicht. Ditmaal bovenop zijn neus. Hij heeft vannacht gedroomd dat hij een kopstoot uitdeelde, dus die krijgt Yoram er ook nog eens achteraan. 
“Zo, mannetje, lekker de stoere bink uithangen op twitter?” Lachend kijkt hij neer op het jong dat verdwaast en versuft op de grond ligt. “Wat ben je stil, meneer ZwijgtNiet?” Geen reactie.

“Jij gaat je excuses aanbieden aan Georgina en ik ga het filmen.” Niels heeft Yoram op een stoel neergezet en hem vastgebonden met een stuk touw. Hij heeft zijn ID-kaart in zijn portemonnee gevonden. Hij haalt een vel papier uit zijn zak en vouwt het open. Dit is wat je zo gaat zeggen: Ik ben YoramZwijgtNiet. Ik heb het intellect van een fruitvlieg. Ik ben te dom om in deze wereld van enig nut te zijn. Ik heb mijn gebrek aan talent proberen te verbloemen door mensen, waaronder jij, Georgina Verbaan, af te zeiken. Alsof de zuurstof die ik verspil door te leven al niet erg genoeg is, breng ik ook nog eens niets dan negativiteit voort. Bij deze bied ik aan jou, Georgina, en aan alle anderen die ik in mijn miezerige leven pijn heb willen doen met mijn woorden, mijn welgemeende excuses aan en beloof ik dat ik mijn leven een positieve draai geef of de eer aan mezelf hou.

Hij ziet Yoram wild schudden met zijn hoofd. “Nee? Wil je niet meewerken?” Hij pakt een tang van de werkbank, loopt naar Yoram en steekt een vuist in zijn mond. Even later staat hij met de tang met één van Yorams voortanden erin en vraagt het nogmaals. 
“Jajajaja”, jammert het jong wanhopig.
“Mooi.”, zegt Niels terwijl hij zijn mobieltje op filmen zet en het A4’tje met de tekst omhoog houdt. Eerst filmt hij zijn ID-kaart en dan richt hij zijn camera op het jongs bebloede, betraande, jammerende gezicht.

Overbodig om te vermelden dat het filmpje viral is gegaan. Het duurde niet lang voor twitter ontplofte. #YORAMZWIJGTWEL werd trending. Daarna volgden ook de radioprogramma’s. “Heb je dat filmpje gezien op twitter?”, klinkt het zangerig uit de mond van de DJ. “Eigenlijk kan het niet.”, vult zijn sidekick aan. “Maar als je ziet wat een troep die knul allemaal al heeft getwitterd. Nou staat meneertje ZwijgtNiet mooi met zijn mond vol tanden.”  In koor: “HAHAHAHAHA”

Vanaf het begin van de avond waren de dagelijkse liveprogramma’s op TV aan de beurt. Het was Hart van Nederland gelukt om Yoram op te sporen bij de EHBO-post van ziekenhuis de Gelderse Vallei. Hij was volgens zijn moeder niet in staat om te reageren. Even later vertoonden ze vrij duidelijke beelden van de deurbelcamera van familie ZwijgtNiet en keek Niels trots naar zichzelf op TV.
Khalid heeft een aantal studenten in de binnenstad van Utrecht laten bevragen en Humberto praat erover in de studio met een gedragswetenschapper. ‘Kan dit een turning point zijn?’, vraagt Humberto zich af.
Marieke is inmiddels naast hem op de bank komen zitten en ventileert nietsvermoedend haar mening. “Die jongen heeft zijn verdiende loon gekregen. Ik hoop dat dit een wake-up-call is voor al dit soort losers.” 
Niels zit te genieten. Niet veel later klinkt de deurbel. Als hij opendoet wordt hij hardhandig naar buiten gesleurd waar een politiewagen met zwaailichten, een aantal buren en een filmploeg staan.
“Waarom heeft u het gedaan?”, roept een vrouw die naast de cameraman staat.
Niels houdt zijn pas in. “Omdat ik het vroeger niet durfde en nu wel.”, zegt hij terwijl de agent hem voortduwt. “We moeten niet meer alles over ons heen laten komen.”, roept hij er nog achteraan. Hij denkt een vrouw te horen applaudisseren.

Een waterig zonnetje zakt in de Apeldoornse bossen. Hij brengt de telefoon naar zijn oor.
“Hey man…”, zegt hij vermoeid.
“Yo, jíj́ bent toch YoramZwijgtNiet?”, klinkt het vol ongeloof aan de andere kant van de lijn.
“Ja…”
“Wie is dan die gozer die viral gaat?”

Gerson Aalbrecht